Jim Croce [uitspraak: 'kroːʋtʃi ; kroowtsjie]? (Zuid-Philadelphia, 10 januari 1943 - Natchitoches, 20 september 1973) was een Amerikaanse singer-songwriter. Hij brak bij het grote publiek door na zijn vroegtijdig overlijden. Hij heeft vijf studioalbums en elf singles uitgebracht en is vooral bekend geworden met melodieuze, gevoelige liedjes zoals I got a name, Bad, Bad Leroy Brown en Time in a bottle. Jim Croce werd op 10 januari 1943 geboren in South Philadelphia, Pennsylvania. Al vroeg was hij bezig met muziek: op zijn vijfde speelde hij al een beetje accordeon. Pas later, in 1964, toen hij naar de Villanova University ging, ging hij serieus aan de slag met muziek. Rond die tijd is hij ook zijn vrouw tegengekomen, Ingrid Jacobson. Met zijn vrouw trad Jim Croce tot 1970 op, waarbij ze veel covers speelden, maar ook hun eigen nummers schreven. In 1968 verhuisden Jim en Ingrid naar New York om daar hun eerste album bij Capitol Records op te nemen. Na de opnamen hebben ze 2 jaar lang door de VS gereisd. Ze traden op in cafés en kleine clubs om hun album, Jim & Ingrid Croce, te promoten. Meer... |
Toen ze zich niet meer thuis voelden in New York en de muziekindustrie (later vertolkt in het nummer New York's Not My Home), vertrokken ze naar het platteland van Pennsylvania. Jim nam hier een baan om de huur te kunnen betalen, terwijl hij liedjes bleef schrijven. Veel van zijn liedjes gaan over mensen die hij ontmoette of gebeurtenissen die hij daar meemaakte. Jim heeft nog een serie andere baantjes gehad, in het leger en bij de radio, voordat hij succes zou krijgen.
In 1970 ontmoette Croce de pianist/gitarist Maury Muehleisen, via producer Joe Salviuolo die Croce nog kende van school. In het begin speelde Croce op de achtergrond met Muehleisen mee, maar in de loop van de tijd wisselde dat: Maury Muehleisen speelde nu gitaar bij de folkmuziek van Croce. In 1972 kon Croce een platendeal krijgen bij ABC Records. Nog in datzelfde jaar bracht hij daar twee lp's uit: You Don't Mess Around With Jim en Life & Times. De singles You Don't Mess Around With Jim, Operator (That's Not The Way It Feels) en Time In A Bottle (dat geschreven was voor zijn nog niet geboren zoon, A.J. Croce) waren alle drie op de radio te horen. Met Bad, Bad Leroy Brown kwam Croce in juli 1973 op #1 in de Amerikaanse hitlijsten. Dood In 1973, toen hij eindelijk succes kreeg, kwam Jim Croce (30 jaar) samen met Maury Muehleisen (24 jaar) om in een vliegtuigongeluk. Op 20 september 1973 stortte het Twin Beech toestel met Croce, Muehleisen en 4 andere inzittenden neer, één dag voor zijn nieuwe single I got a name zou uitkomen. Croce had net een succesvol optreden gehad in Natchitoches, Louisiana, en ging op weg naar Sherman, Texas voor zijn volgende optreden. Volgens onderzoekers steeg het vliegtuig niet snel genoeg op en raakte het een boom aan het eind van de startbaan. Er waren speculaties over de piloot, die ziek was en misschien een hartaanval heeft gekregen, maar in het uiteindelijke rapport wordt de crash toegeschreven aan een fout van de piloot. Croce is begraven in Pennsylvania, Muehleisen in Trenton. Erfenis Na Croce's dood kwam er ruime aandacht voor zijn muziek, wat ook kwam door zijn album I got a name. Dit album werd op 1 december 1973 uitgebracht. Er stonden drie hits op: Workin' at the Car Wash Blues, I'll Have to Say I Love You in a Song en I got a name. Door de grote aandacht zijn er compilaties en rereleases uitgebracht, zoals Photographs & Memories, Jim Croce Home Recordings, Facets, Jim Croce: Classic Hits, Down the Highway" en Have You Heard - Jim Croce Live. Ingrid Croce, de vrouw van Jim, is met zijn naam een restaurant begonnen in San Diego: Croce's Restaurant & Jazz Bar. Hun zoon, Adrian James Croce, is nu onder de naam A.J. Croce een bekende singer-songwriter, net als zijn vader. Ingrid Croce |
Ingrid Croce, geboren als Ingrid Jacobson, (27 april 1947) is een Amerikaanse schrijfster, singer-songwriter en restauranthouder. Ze is ook de weduwe van de overleden singer-songwriter Jim Croce. Met Jim Croce heeft zij een zoon gekregen; de singer-songwriter A. J. Croce.
Tussen 1964 en 1971 hebben Jim en Ingrid als een duo opgetreden. Ze hebben een album uitgebracht dat Jim & Ingrid Croce heet. Na Jim Croce's dood in 1973 door een vliegtuigongeluk heeft Ingrid zich veel beziggehouden met het in stand houden van de herinnering van haar man. Ze is gaan schrijven en is in 1985 een restaurant begonnen, wat een grap was van Jim. Het restaurant sloot in 2016 haar deuren. Het restaurant heette Croce's Restaurant & Jazz Bar, en was te vinden in San Diego. A.J. Croce |
| Adrian James "A.J." Croce (born September 28, 1971) is an American singer-songwriter. His parents are Ingrid Croce and Jim Croce. Croce was born in Bryn Mawr, Pennsylvania, on September 28, 1971, the son of singers Jim Croce, who was from an Italian Roman Catholic family, and Ingrid Croce, who is Jewish. His father died in a plane crash in September 1973, at age 30, eight days before A.J.'s second birthday. Croce's first paying gig was at the age of 12, when he was paid $20 to perform 25–30 minutes of cover versions at a bar mitzvah party. Croce played music for a living from the age of 15. By the age of 16, Croce was performing regularly at San Diego nightclubs as a sideman and band leader. When he was 17, while staying at the house of Arlo Guthrie, he met Mae Boren Axton, who invited him to Nashville to record with Jack Clement. Ron Goldstein and Peter Baumann of Private Music signed Croce to his first recording contract, at age 19. He recorded two albums for Private Music: his self-titled debut, A. J. Croce, produced by T-Bone Burnett and John Simon; and That's Me in the Bar, produced by Jim Keltner, and featuring Ry Cooder and David Hidalgo. Croce's third album, Fit to Serve, was recorded in 1998 in Memphis and produced by Jim Gaines, who produced Van Morrison, Carlos Santana, and the Steve Miller Band. Songs on Transit, released in 2000, were compared to the works of The Beatles, Elvis Costello, and The Posies. In 2003, Croce launched his own record label, Seedling Records. Croce's next three albums were self-produced. Adrian James Croce, Croce's only pop-oriented album, was the only independently produced album of 2004 to chart in the Top 40 in the U.S. The album won Best Pop album at the 2004 San Diego Music Awards. His 2006 album, Cantos, on his own label, Seedling Records, features Ben Harper. In 2009, his album Cage of Muses was released on Seedling, garnering a 4-star review from Rolling Stone. In 2012, he publicly performed an entire set of his father's songs for the first time. In 2013, Croce signed with Compass Records and released Twelve Tales. He recorded two songs with each of six producers in five U.S. cities over 12 months, releasing one song per month exclusively on iTunes in 2013. The full album was released in 2014. The album's producers were Jack Clement, Allen Toussaint, Mitchell Froom, Kevin Killen, Tony Berg, and Greg Cohen. Croce co-wrote a few of the songs on Twelve Tales, including one song with Leon Russell. In 2014, Croce spoke at TEDxLaJolla, an independently produced TED. His 2017 album, Just Like Medicine, according to ABC News, "sounds like it was crafted with the influence of greats like Van Morrison, Bob Dylan and Elvis Costello in mind". |