David Byrne

 David Byrne(Dumbarton (Schotland), 14 mei 1952) is een Amerikaans muzikant, componist en beeldend kunstenaar van Schotse afkomst. Hij is vooral bekend geworden als voorman van de new wave-popgroep Talking Heads. Byrne werd geboren in Schotland. Toen hij twee jaar was emigreerde het gezin naar Hamilton in Canada, om zeven jaar later naar Baltimore in de Verenigde Staten te verhuizen. David Byrne studeerde aan de Rhode Island School of Design, waar hij in contact kwam met Chris Frantz en Tina Weymouth, met wie hij Talking Heads oprichtte. Byrne heeft het platenlabel Luaka Bop opgericht, waarin artiesten als Cornershop, Os Mutantes, Los De Abajo hun platen uitbrengen. Byrne woont en werkt in New York. Hij heeft een dochter, Malu Abeni Valentine, uit zijn huwelijk met mode-ontwerpster Adelle Lutz. Sinds 2004 zijn zij gescheiden. Byrne is een veelzijdig artiest. Naast zijn eigen muziek houdt hij zich bezig met het produceren van muziek van anderen, met films, ballet, opera, choreografie en het maken van beeldende kunst. Terwijl hij frontman van Talking Heads was, veroorloofde Byrne zich diverse kunstzinnige uitstapjes. Een van zijn eerste muzikale projecten buiten Talking Heads was het album My life in the bush of ghosts dat hij samen met Brian Eno opnam. Het album is een vroeg voorbeeld waarin sampling wordt toegepast. Muziek uit allerlei windstreken en diverse bronnen (een tekst uit de Koran, een Amerikaanse dominee die aan exorcisme doet) werden gecombineerd tot een vibrerende dansplaat. Byrne trad daarnaast een enkele keer op met andere bands, zoals met Arcade Fire, 10,000 Maniacs, Thievery Corporation en X-Press 2. In het verleden heeft Byrne albums geproduceerd van The B-52's, Fun Boy Three en Margarath Menezes. Meer...
Op het album In between van Paul van Dyk uit 2007 zingt David Byrne 'Fall with me'. Zijn voorliefde voor niet-westerse muziek komt sterk naar voren in het eerder genoemde My life in the bush of ghosts, maar ook op zijn eerste Latijns-Amerikaanse solo-album na het opbreken van Talking Heads, getiteld Rei Momo (1989). Aan dit album werkten vele Braziliaanse muzikanten mee, die hem ook vergezelden op een wereldtournee. In 1981 werkte hij samen met choreografe Twyla Tharp (later bekend van de film Amadeus). Het resultaat, The Catherine Wheel was experimenteel ballet met niet-westerse ritmes. Voor Robert Wilson maakte hij de muziek bij de opera The Civil WARs, getiteld The Knee Plays. Pas in 2007 werd The Knee Plays volledig ten tonele gebracht in de Carnegie Hall in New York. Van het zwaar orkestrale album The Forest werden delen ook in de opera gebruikt. Een disco-opera stond op zijn eigen naam, uitgebracht in 2005 met Fatboy Slim over het leven van Imelda Marcos onder de titel Here lies love - A song cycle. Byrne voelt zich aangetrokken tot film, wat heeft geleid tot eigen producties. Voorbeelden zijn de documentaire Ile Ayé uit 1981, over inheemse religies in Brazilië en Afrika, True stories uit 1986, muziekclips (van de band Talking Heads en registraties van concerttournees (zoals Between the teeth uit 1992). Voor de concertfilm Stop making sense van Jonathan Demme verzorgde Byrne de choreografie en het decor. Zijn liefde voor films leidde ook tot soundtracks. Voor de film The Last Emperor ontving hij samen met Ryuichi Sakamoto en Cong Su een Oscar voor beste muziek. In 2004 nam hij de soundtrack voor de film Young Adam voor zijn rekening. In 1999 maakt Byrne de soundtrack voor de dansvoorstelling In Spite of Wishing And Wanting van de Belgische choreograaf Wim Vandekeybus. In 2008 verscheen een tweede album met Brian Eno, Everything That Happens Will Happen Today. Naar aanleiding van dit album ging Byrne op tournee, waarbij werk van zowel de twee albums die hij met Eno opnam alsook nummers van de drie Talking Heads-albums die Eno produceerde, worden gespeeld. Byrne is warm pleitbezorger van fietsen in de stad. Hij ontwierp fietsenrekken voor de stad New York om mensen aan het fietsen te krijgen en hij schreef in 2009 een boek over zijn voorliefde voor de fiets, The Bicycle Diaries. In 2012 bracht Byrne het boek How Music Works uit, een non-fictie boek over muziek in de breedste zin van het woord, van klassieke muziektheorie tot de moderne muziekindustrie. Het boek werd positief ontvangen. In 2017 verscheen een nieuwe versie van het boek. Verder is Byrne fotograaf en beeldend kunstenaar. Hij heeft solo-exposities in musea overal ter wereld (zoals in New York, Tokio, München en, zij het bescheiden, in Leiden in 1994). In 2003 kwam een hedendaags visueel project van Byrne tot uiting. Hij gebruikte Powerpoint als kunstzinnige methode en maakte daarmee een werk getiteld Envisioning Emotional Epistemological Information.
In 2001 werd de single Like Humans Do door Microsoft gebruikt als sample om Windows XP te demonstreren.
In aflevering 309 van de Simpsons uit 2003, trad Byrne op als onderzoeker van folkmuziek en zong hij samen met Homer Simpson een liedje, Ned Flanders.

website
HvD home