Lucky Dube werd op 3 Augustus 1964 geboren in Ermelo, Zuid-Afrika. Vanwege een baantje in de bibliotheek leerde hij al vroeg over andere landen en volkeren. Zo ook over die van de rastafari's en hun reggae. Van zijn verdiende geld kocht hij dan ook meteen de albums van Peter Tosh, de enige reggae artiest die indertijd in Zuid-Afrika werd verkocht. In 1979 wordt Lucky gelanceerd als Mbanqanga zanger en in '82 neemt hij een album op met de band 'The love brothers', genaamd 'Mbanqanga' (traditionele Zuid-Afrikaanse muziekstijl). Drie jaar later brengt Lucky zijn eerste solo album uit genaamd 'Lengane Ngyetha', dit album werd ontzettend enthousiast ontvangen en bereikte de gouden status net als zijn tweede album 'Kukuwe'. In 1985 nam hij buiten zijn toenmalige platenmaatschappij om, met behulp van zijn ontdekker Richard Siluma, het eerste reggae album in Zuid-Afrika opgenomen op met de titel 'Rastas never Die'. Vanwege de politieke situatie en de daarbijbehorende censuur wordt het album echter direct, zonder enige airplay te hebben gehad, verboden. Zijn platenmaatschappij dwingt hem daarop om zich weer in de Zulu traditie te begeven. Onder de naam 'Oom Hansie' brengt hij dan het Zulu album 'Help my krap' uit. Na een uitstapje naar de film in 'Getting Lucky', brengt Lucky echter weer een reggae album uit genaamd 'Think about the children'. Lucky's stem wordt vaak vergeleken met het geluid van Peter Tosh. Meer... |
Gevolgd door het derde reggae album 'Slave'. Dit laatste album zorgt voor de definitieve doorbraak van Lucky, de tracks 'I've got you babe', 'Slave' en 'Back to my roots' worden grote hits en met zijn vaste band The Slaves trekt hij tienduizenden mensen. Deze band wordt vooral bekend om haar zangeressen die met prachtige harmonieën de Lucky's stem teksten nog meer kracht bij te zetten.Door dit succes wordt het verbannen 'Rastas never Die' opnieuw uitgebracht onder het label GRC. In 1988 brengt Lucky het album 'Together as one' uit, dat verhaalt over de toenmalige, politieke situatie in Zuid-Afrika en Lucky's wens om zwart en blank Afrika samen te brengen. En na wederom een uitstapje naar de film in 'Voice in the Dark' met als tegenspeler John Savage, volgt in 1989 het album 'Prisoner' dat dubbel platina wordt. In 1991 tourt Lucky door de Verenigde Staten en ziet hij zijn langverwachte droom uitkomen; een optreden op het beroemde Sunplash Festival in Jamaica. Verder deed de tour Australië, Japan en verschillende landen in Afrika aan. Na het succes album 'Prisoner' brengt Lucky nog twee live albums uit; 'Captured Live' en 'House of Exile'. In 1992 en 1993 toert Lucky over de hele wereld; Japan, Australië, het Caribisch gebied, Europa, Zuid-Amerika, Ivoorkust en wederom het geliefde Jamaica worden aangedaan. Bovendien brengt heeft een nieuw album uitgebracht; Victims. Door zijn steeds groter wordende bekendheid krijgt hij de kans te spelen met artiesten als Peter Gabriel en Sting. Hierdoor wordt hij opgemerkt door Motown waaronder hij het Album 'Trinity' opneemt. In '95 tourt Lucky door nog meer landen, hij geeft spetterende shows weg voor tienduizenden mensen. Zijn succes brengt hem ook nog eens een World Music Award en de titel van bestverkopende Afrikaanse artiest. Daarna is de tijd rijp voor een tienjarig jubileum album; 'Serious reggae Business'. Voor zijn volgende album, 'Taxman', dat in 1998 uitkomt wordt hij genomineerd in de categoriën 'best producer', als 'best reggae' en 'best pop performance'. Het is het eerste album dat Lucky helemaal zelf produceert. In datzelfde jaar komt hij met het live album 'Take it to Jah' waarop o.a. opnames staan van zijn optreden met Nationaal Kamer Orkest van Zuid-Afrika. Onlangs bracht Lucky een verzamel album uit van al zijn populairste nummers van de afgelopen jaren, 'Africa's Reggae King' genaamd. Gevolgd door het album 'The other side', dat in 2004 uitkwam. Bron: NPO Radio2 |