Deep Purple

 Deep Purple is een Britse hardrockband. De groepsnaam is afgeleid van de jazzklassieker Deep Purple, het favoriete nummer van de moeder of grootmoeder van gitarist Ritchie Blackmore.
Deep Purple is een van de eerste vertegenwoordigers van hardrock en ontluikende heavy metal en heeft tot 150 miljoen albums verkocht. Hun bekendste nummers zijn onder meer Smoke on the Water, Child in Time, Highway Star en Black Night. Jon Lord startte in 1968 met een band onder de naam Roundabout met gitarist Ritchie Blackmore, maar veel succes had hij niet en al snel vertrokken de drummer en de bassist. Nick Simper als bassist, Ian Paice als drummer en Rod Evans als zanger sloten zich bij de groep aan en de naam werd Deep Purple. Een cover van Hush, werd de eerste hit, vooral in de Verenigde Staten. Die single werd gevolgd door een cover van Kentucky Woman van Neil Diamond, waarna de eerste lp volgde, Shades of Deep Purple. Die plaat sloeg niet aan in het Verenigd Koninkrijk, maar had redelijk succes in de Verenigde Staten. Men besloot daarom zo snel mogelijk de volgende plaat, The Book of Taliesyn, uit te brengen. Hierop werkte Deep Purple voor het eerst samen met een orkest (strijkers), op het nummer Anthem. Deze lp had minder succes in de VS dan gehoopt, maar de daaropvolgende tour daar was wel succesvol. In het Verenigd Koninkrijk bleef de band vooralsnog underground.
Meer...
In deze samenstelling werd een titelloos album uitgebracht, later Deep Purple genoemd. Hierop werkte Deep Purple voor het eerst samen met een kamerorkest, op het nummer April. Het album was het minst succesvolle in deze samenstelling, ook wel Mark I genoemd. Het album bevatte al wel wat meer hardrock. Met het overkomen van Roger Glover en Ian Gillan van Episode Six sloeg de groep een andere weg in.
In 1969 schreef Jon Lord Concerto for Group and Orchestra, waarop de band samenwerkte met het Royal Philharmonic Orchestra onder leiding van Malcolm Arnold. Op dit album is de band voor het eerst te beluisteren in de Mark II-samenstelling. De doorbraak in Europa kwam daarna met het album Deep Purple in Rock. Men vestigde daarmee zijn naam als hardrockgroep en was met groepen als Led Zeppelin en Black Sabbath een van de pioniers van deze stijl. Black Night werd een hit, maar kwam niet op het album te staan. Na In Rock volgde Fireball, waarvan de verkoopcijfers enigszins tegenvielen. In de VS kwam de klassieker Strange Kind of Woman op het album te staan in plaats van Demon's Eye. Het titelnummer Fireball verscheen op single. De volgende lp, Machine Head, werd zowel artistiek als commercieel een groot succes. In de VS was de groep een mega-act geworden en Smoke on the Water was vaker op de Amerikaanse radio te horen dan het volkslied. Veel tracks van dit album kwamen in hetzelfde jaar op het dubbellivealbum Made in Japan. In 1973 verscheen voorlopig het laatste album in deze bezetting met Who Do We Think We Are. Woman from Tokyo werd wereldwijd op single gezet. Japan koos voor een liveversie van Black Night als A-kant. Nadien werden Ian Gillan en Roger Glover vervangen door David Coverdale en bassist Glenn Hughes die allebei de lead-vocals voor hun rekening namen. In deze Mark III-bezetting verscheen het album Burn. De songs evolueerden weg van de heavy rock en invloeden uit de blues en de soul vonden hun weg. Uiteindelijk verliet Ritchie Blackmore de band waarna Tommy Bolin (ex-The James Gang) zijn plaats innam. Na enkele live-miskleunen en een knappe Bolin-gesigneerde lp Come taste the Band legde Deep Purple er tijdelijk de bijl bij neer. Bolin maakte, na de sublieme Teaser, nog een tweede lp met zijn eigen Bolin-band en overleed kort daarna aan een overdosis drugs op het moment dat hij met zijn eigen band het voorprogramma ging verzorgen voor Jeff Beck. Van de originele leden Nick Simper en Rod Evans bracht alleen Simper op een Duits label nog twee albums uit. Alle andere Purple-leden bouwden een vrij succesvolle carrière op, maar het succes van Deep Purple wist niemand te evenaren. In 1980 vormde Rod Evans met enkele andere muzikanten een nieuwe band met de naam Deep Purple. Bij optredens speelde deze band voornamelijk nummers van de Mark-II-bezetting. Ritchie Blackmore ging naar de rechter die bepaalde dat de naam Deep Purple slechts gevoerd kon worden door een band met ten minste twee leden uit de Mark-II bezetting. Bovendien verloor Evans al zijn rechten op royalty's. In de jaren 1980 volgde het Mark II-reüniealbum Perfect Strangers, waarmee de groep er weer stevig tegenaan ging. Maar ook hier liep het weer uit op onderlinge problemen, met Gillan die de band verliet. Op het album Slaves and Masters is Joe Lynn Turner (ex-Rainbow) op zang te horen. Op het volgende album The Battle Rages On... keerde Ian Gillan terug. Tijdens de tournee voor dit album stapte Blackmore op en werd Joe Satriani tijdelijk zijn opvolger. Ritchie Blackmore richtte in 1996 zijn eigen band Blackmore's Night op. De laatsten die de groep versterkten waren Don Airey en Steve Morse. Het eerste album met Morse, Purpendicular, werd goed ontvangen. In 1999 werd na 30 jaar weer opgetreden met een orkest. Met de London Symphony Orchestra onder leiding van Paul Mann werd het Concerto uit 1969 opnieuw gespeeld. Op het album en dvd die verschenen zijn vele gasten te horen zoals Ronnie James Dio en Sam Brown. Medeoprichter en toetsenist Jon Lord stapte in 2002 uit de band en werd vervangen door Don Airey. Lord overleed op 16 juli 2012 op 71-jarige leeftijd in de London Clinic aan de gevolgen van een longembolie, na een lang ziekbed. De samenstelling sinds 2002 is Airey, Gillan, Glover, Morse en Paice, en in deze samenstelling hebben ze opgetreden tot 2022. In januari 2006 begon Deep Purple aan de ongeveer twee jaar durende wereldtournee Rapture of the Deep. Op 18 april 2006 werd de nieuwe Ian Gillan-cd/dvd Gillan's Inn uitgebracht. Op 9 juni 2006 speelden ze voor de tweede keer op het Arrow Rock Festival te Lichtenvoorde. Tijdens de uitvoering van het nummer Smoke on the Water speelde de gitarist Neal Schon van Journey ook mee. Op 13 november 2006 gaf Deep Purple een eenmalig concert in muziektempel Nikaïa in Nice in Zuid-Frankrijk. Er volgde een drie jaar durende tournee Rapture of the Deep. Deep Purple was op 15 juli 2006 ook de afsluiter van het Montreux Jazz Festival, dat dat jaar 40 jaar bestond. Deep Purple deed daar voor de derde keer mee, ook vanwege hun speciale band met Montreux door het nummer Smoke on the water. Deep Purple heeft ook zijn eigen monument aan de boulevard in Montreux. In 2013 verscheen Now What?!. In januari 2017 lanceerde Deep Purple Infinite met 10 nieuwe nummers. In juli 2022 werd bekendgemaakt dat Steve Morse de band had verlaten om zorg te verlenen aan zijn ernstig zieke vrouw. Hij werd op zijn eigen voordracht vervangen door Simon McBride.

website
HvD home