The Doors

The Doors was een Amerikaanse band uit de jaren 1965 - 1973. De band maakte rockmuziek met psychedelische melodieën en poëtische teksten. De naam is ontleend aan een citaat uit het boek The Doors of Perception van Aldous Huxley: "There are things known and there are things unknown, and in between are the doors of perception". De grootste successen boekte de band in de originele bezetting met Jim Morrison als leadzanger. In deze bezetting bracht de band zes studioalbums uit, waarvan een aantal nummers geschreven waren onder invloed van drugs, zoals lsd. Morrison overleed in de zomer van 1971 in Parijs en ligt aldaar begraven op de Cimetière du Père-Lachaise onder de naam James Douglas Morrison. Daarna bracht de band nog twee studioalbums uit met nieuwe nummers. De zang op deze albums werd door toetsenist Ray Manzarek en gitarist Robby Krieger overgenomen. Na bijna dertig jaar kwam het tot een reünie. Op initiatief van Krieger en Manzarek vormde zich The Doors of the 21st Century. Aangevuld met Ian Astbury als vervanger van Jim Morrison speelden ze in diverse concertzalen. Drummer Stewart Copeland trad in deze nieuwe bezetting van The Doors in 2002 - 2003 ook enkele keren met hen op. The Doors gold als een van de grootste en belangrijkste bands van de jaren zestig. De muziek is een mengsel van blues, rock, psychedelische muziek, klassieke muziek en jazz. Het opruiende en compromisloze optreden van Morrison maakte hun optredens radicaal en controversieel. Menig maal droeg Morrison zijn zelfgeschreven gedichten voor.
Wat in de muzikale bezetting opvalt, is de afwezigheid van een bassist. Er is gezocht naar een bassist, maar niemand was bereid de baspartijen op de voorgestelde manier te spelen. De baspartijen worden door Ray Manzarek met zijn linkerhand gespeeld op een Fender Rhodes Piano Bass, die bovenop zijn Continental Vox orgel was geplaatst. Tijdens de studio-opnames voor hun albums werden bassisten ingehuurd zoals Larry Knechtel, Kerry Magness, Leroy Vinnegar, Harvey Brooks, Ray Neopolitan, Lonnie Mack, Douglas Lubahn en Jerry Scheff. Laatstgenoemde was de bassist van Elvis Presley tijdens diens shows in Las Vegas van 1969 tot en met 1977. Hij heeft LA Woman ingespeeld. Jim Morrison zou hem hebben gevraagd, omdat hij een grote fan van Elvis was. Er wordt gezegd dat Scheff op verzoek van Morrison deel zou gaan uitmaken van de band. Door de dood van Morrison is het daar echter niet van gekomen. Robby Krieger is een veelzijdige gitarist. Hij begon op zijn zestiende te spelen op een Spaanse gitaar en kreeg later les van Ravi Shankar op sitar en sarod. Na het zien van een optreden van Chuck Berry koos hij voor een wijnrode Gibson SG. Door zijn voorkeur voor blues, de slidegitaar en het met de vingers bespelen van de snaren in plaats van met een plectrum beschikt Robby Krieger over een karakteristieke speelstijl. The Doors brachten een opvallend lang nummer (11:39) op hun debuutalbum The Doors uit: "The End". Bij live-optredens werd dit nog verder opgerekt, zodat sommige uitvoeringen wel 25 minuten duurden. Grote delen van het nummer werden dan geïmproviseerd. Morrison droeg daardoorheen zijn poëzie voor, soms geïmproviseerd. Een goed voorbeeld daarvan is terug te vinden op de Matrix-tapes (1967), die alleen nog via het bootlegcircuit verkrijgbaar zijn. De harmonieën worden grotendeels bepaald door de lage stem van Morrison die afsteekt tegen de schelle klanken van het Hammondorgel van Manzarek. Vaak wordt een ostinato (steeds herhaald kort motief) gebruikt. Tijdens hun improvisaties maakten ze gebruik van de turnaround, een van oorsprong uit de jazz stammende akkoordenstructuur die zich steeds herhaalt. Hierdoor worden eindeloze improvisaties mogelijk. In de partituren bedienden The Doors zich vaak van een harmonische of melodische mineurtoonladder. Ook komen er none-akkoorden, pentatoniek en soms zelfs dodecafonie voor. Al deze middelen leveren een scala aan mogelijkheden. Zeker in de lange nummers zijn ze veelvuldig gebruikt, waardoor er een grote spanningsboog ontstaat. Voor hun teksten maken The Doors voornamelijk gebruik van de poëzie van Jim Morrison. Veel van zijn teksten zijn moeilijk te begrijpen, mystiek en somber van toon. Ze zijn dikwijls gebaseerd op gebeurtenissen uit het leven van Morrison zelf. Geweld, seks en de dood zijn belangrijke thema's. Hiervoor vond Morrison inspiratie bij Arthur Rimbaud en Charles Baudelaire, dichters die hem er mede toe deden besluiten zich in Parijs te vestigen. De tekst van "The End" leverde de band van diverse kanten kritiek op vanwege het onderwerp ―het oedipuscomplex. Hippies vonden het te gewelddadig (zeker tijdens de Summer of Love), terwijl conservatieven het moreel verval vonden prediken. Ook Robby Krieger schreef een aantal liedteksten, waaronder het zeer succesvolle "Light My Fire". In de vier jaar dat de band in zijn originele bezetting bestond, veranderde de stijl onder invloed van de algehele tijdgeest van acid rock naar een meer bluesachtige sound. Met name op L.A. Woman valt dit verschil op. Hier is tevens de verandering in de stem van Morrison ― die door zijn verslaving rauwer, instabieler en lager was geworden ― op. Ook bediende de band zich vaker van een basgitarist. Meer op wikipedia...


website
HvD home