Ernst Jansz wordt op 24 mei 1948 geboren in de Molenbeekstraat, in de Rivierenbuurt in Amsterdam. Op negenjarige leeftijd krijgt hij zijn eerste pianoles aan de volksmuziekschool in de Dintelstraat. Op zijn elfde gaat hij weer van les af om zich geheel toe te leggen op zijn grote liefde: Frederic Chopin. Van zijn zakgeld koopt hij diens complete werk en begint te studeren, maar als zijn vader overlijdt (hij is dan 17) laat hij de piano voor wat het is. Op het Montessorilyceum in Amsterdam krijgt hij Nederlandse les van dichter en criticus Rein Bloem, die hem stimuleert om te gaan schrijven en acteren. Met zijn eerste schoolvriend, Henk Barendregt, de latere Spinozaprijs winnaar, werpt hij zich als een bezetene op hun gemeenschappelijke liefde: de wiskunde. Hij leert er ook medescholier Joost Belinfante kennen, de latere oprichter van de cultband CCC Inc. Na het eindexamen gymnasium met, jawel, een 10 voor Nederlands, volgt hij een studie biologie en organische scheikunde aan de Universiteit van Amsterdam, met de intentie om het menselijk bewustzijn te ontrafelen, maar na zijn kandidaats (tegenwoordig bachelor) stort hij zich opnieuw op de muziek en verhuist hij als wasbordspeler van de groep CCC Inc. naar de Peel, waar het gezelschap in een vrijstaande boerderij een commune begint. Ernst Jansz woont er enige tijd samen met zijn jeugdliefde, fotografe en beeldend kunstenares Molly Mackenzie, die de groep enkele jaren uitgebreid zal portretteren. Het is 1970 en de tijd van de flower power. Ernst Jansz richt samen met Joost Belinfante en Friedrich Hlawatsch (voorheen Frits van Dooninck, geluidsman bij CCC) de Slumberlandband op (1975). De band wordt gecompleteerd met CCC drummer Johnny Lodewijks en bassist Piet Dekker. Josée Kennis doet het licht. In 1976 richt Ernst Jansz samen met partner Pita Zegstroo de Milieugroep Neerkant op waaruit, volgens zeggen, later de Werkgroep Behoud De Peel zal ontstaan.
Datzelfde jaar vraagt Boudewijn de Groot hem om met de volledige Slumberlandband mee te spelen op zijn lp Waar ik woon en wie ik ben en, aansluitend, op een tournee door Vlaanderen. Joost Belinfante bedankt en wordt vervangen door bassist Henny Vrienten, die voor deze gelegenheid gitaar speelt. Johnny Lodewijks brengt hen tijdens de tournee in contact met de reggae. Na de tournee gaat de band, aangevuld met Christian Carron (zang), Patty Gomes (percussie) en, opnieuw, Joost Belinfante (gitaar) verder als een van de eerste Nederlandse reggae-formaties: de Rumbones (1977), met een repertoire dat voornamelijk bestaat uit nummers van Toots and The Maytals. n 1978 richt Ernst Jansz Doe Maar op om zijn droom, het Nederlandse publiek en masse in eigen taal te horen zingen, te verwezenlijken. Nadat Piet Dekker hem heeft voorgesteld aan Jan Hendriks (gitaar) en Carel Copier (drums) is de band een feit. Na enkele wisselingen (René van Collem en Jan Pijnenburg op drums, Henny Vrienten op bas), zou de band zichzelf in 1984 wegens te veel aan succes weer opheffen. Zie biografie voor meer.