London Records is een platenlabel uit het Verenigd Koninkrijk, opgericht in 1947. Van 1947 tot 1979 was London Records in de Verenigde Staten, Canada en Latijns-Amerika actief. Daarna werd het een semi-onafhankelijk label. Bekende artiesten: The Communards Fine Young Cannibals Happy Mondays Bronsky Beat Echo & The Bunnymen Bananarama Redskins |
The Communards was een Britse popgroep geformeerd door Jimmy Somerville (ex Bronski Beat) en Richard Coles. De groep scoorde in 1986 een wereldhit met Don't leave me this way, dat in onder meer Groot-Brittannië en Nederland een nummer 1-hit werd, een cover van een nummer van Harold Melvin & the Blue Notes. Aanvankelijk wilde de groep de naam Body Politic aannemen, maar er bleek al een popgroep te zijn met deze naam. Daarom kozen Somerville en Coles voor The Communards, naar de Parijse commune uit 1871. In 1988 werden The Communards opgeheven. Richard Coles werd journalist en later anglicaanse pastor in Finedon. Jimmy Somerville begon een solocarrière. |
Fine Young Cannibals was een Britse band die vooral in de tweede helft van de jaren tachtig enkele grote hits scoorde. De band bestond uit Roland Gift, David Steele en Andy Cox. De naam van de band was afgeleid van de film All the Fine Young Cannibals, met Natalie Wood en Robert Wagner. De band werd in 1984 in Birmingham opgericht door Cox en Steele, ex-leden van The Beat. Op zoek naar een zanger (via een oproep op MTV) kwamen ze uit bij Roland Gift, een lokale acteur uit Hull die als zanger/saxofonist van skaband Akryklykz bij The Beat (maar ook The Specials en Madness) in het voorprogramma stond tijdens de 2 Tone-rage en een single uitbracht. Op het debuutalbum FYC stonden de hits Johnny Come Home, Blue en Suspicious Minds, een Elvis-cover met medewerking van Jimmy Somerville. In 1987 scoorde FYC weer met een cover; Ever Fallen In Love van Buzzcocks. |
|
Happy Mondays was een Britse band die in de late jaren tachtig en vroege jaren negentig populair was met een mix van house en rock. Daarbij werden ze gezien als onderdeel van de Madchester-stroming. Het gezicht van de groep was Shaun Ryder. Verder bestond Happy Mondays uit Gary Whelan, Mark Day, Paul Ryder, Paul Davis en Rowetta Satchell. De band stond bekend om een exorbitante levensstijl en het grootschalig gebruik van drugs. De echte doorbraak van de band volgde eind 1990 met het album Pills 'n' Thrills and Bellyaches dat geproduceerd werd door Paul Oakenfold. Voor ondersteunende vocalen was Rowetta Satchell bij de groep gekomen. Het album kreeg goede commentaren en zette de band ook buiten het Verenigd Koninkrijk op de kaart. De singles Step on, Kinky Afro en Loose Fit werden allemaal hits in meerdere landen. |
Bronsky Beat was een Britse popgroep, opgericht in 1983. Op het hoogtepunt van hun succes bestond Bronski Beat uit Jimmy Somerville (zang), Steve Bronski (keyboard en percussie) en Larry Steinbachek (keyboard en percussie). De groep had in 1984 een aantal hits, waarvan Smalltown Boy in Nederland de nummer 1-positie haalde. Nadat Jimmy Somerville de groep had verlaten om de band The Communards op te richten, liep het succes van de groep snel terug. In Nederland werd nog een hit gescoord met Hit that perfect beat. Bronski Beat maakte deel uit van een aantal Britse popacts, waarvan de leden begin jaren 80 openlijk uitkwamen voor hun homoseksualiteit, samen met acts als Frankie Goes to Hollywood en Erasure. |
|
Echo & The Bunnymen is een Britse newwaveformatie die in 1978 in Liverpool werd opgericht. De originele bezetting bestaat uit Ian McCulloch, Will Sergeant en Les Pattinson, aangevuld met een drummachine waarvan velen aannamen dat dat Echo moest zijn, hoewel de band dat zelf ontkende. Toen de band in 1980 zijn debuutalbum Crocodiles uitbracht, was de drummachine al vervangen door drummer Pete de Freitas. Hun tweede album Heaven Up Here haalde de top tien in het Verenigd Koninkrijk en werd in de new-wave-scene een hit, net als Porcupine uit 1983 en Ocean Rain uit 1984. Met singles als "The Killing Moon" "Silver" en "Bring on the Dancing Horses" hield de band contact met zijn publiek, ook toen ze eind jaren 80 een korte pauze inlasten. In Nederland reikten de singles "Seven Seas" en "Bring on the Dancing Horses" niet verder dan de Tipparade. |
Bananarama is een Britse meidenband die in 1980 is gevormd door Keren Woodward, Sara Dallin en Siobhan Fahey. De naam Bananarama is ontstaan uit de titel Pyjamarama, een nummer van Roxy Music. Met hun eerste single Aie-a-mwana (1981), die volledig was gezongen in het Swahili, scoorden ze een bescheiden clubhit in Engeland. De plaat werd opgemerkt door Terry Hall van de Fun Boy Three, waarop Hall de drie groepsleden vroeg om mee te zingen in het nummer It ain't what you do (it's the way that you do it). Dit nummer stond in 1982 overal in Europa in de hoogste regionen van de hitlijsten. In Nederland bereikte het nummer de 3e plaats (Bananarama's hoogste notering in Nederland). Met dit succes werd een meidenband bekend die zes jaar later het Guinness Book of Records in zou gaan als Best All Female Group Ever. |
| The Redskins were a 1980s English band, notable for their far left-wing politics, skinhead image and catchy, danceable songs. Their music combined influences from soul, rockabilly, pop and punk rock. The band formed in York, England in 1982 (from the demise of punk band No Swastikas), with Chris Dean (vocals/guitar), Martin Hewes (bass/backing vocals) and Nick King (drums). Chris Dean wrote for NME magazine under the name X. Moore. Dean and Hewes were members of the Socialist Workers Party. The band members wore skinhead clothing styles and helped inspire the redskin movement. The band released their first 2 singles, "Lev Bronstein" and "Lean on Me", on the CNT record label in 1982, before signing to London Records. "Lean on Me" was ranked at number 6 among the top ten "Tracks of the Year" for 1983 by NME. |