The Moody Blues was een Britse band die in de jaren zestig enkele grote hits had met nummers als Go Now!, Nights in White Satin (meermaals), Tuesday Afternoon en Ride My See-Saw, in de jaren zeventig de nummer 1-hit Question en I'm Just a Singer (In a Rock and Roll Band) en twee hits in de jaren tachtig: I Know You're Out There Somewhere en Your Wildest Dreams. De band wordt gezien als een van de wegbereiders naar het genre progressieve rock. De band bestond in zijn hoogtijdagen, tussen 1966-1972, uit: Mike Pinder - mellotron, piano, zang; John Lodge - gitaar, basgitaar, sitar, zang; Justin Hayward - zang, gitaar; Ray Thomas - fluit, zang; Graeme Edge - drums, zang. In 1964 komen The Krew Cats met Ray Thomas en Mike Pinder terug van een tournee uit Duitsland. Na het succes van met name The Beatles en Cliff Richard in die tijden, treffen Thomas en Pinder een enorme hoeveelheid bandjes aan in hun geboorteplaats Birmingham. Uiteraard verwacht iedereen hun succes te evenaren. Tegelijkertijd studeert John Lodge nog en speelt in amateurbandjes. Om te kunnen overleven in die chaos is de enige mogelijkheid een plaatselijke superband te beginnen: The Moody Blues 5, later de M&B5 om ten slotte te eindigen bij The Moody Blues. Meer... |
Manager Tony Secunda slaagt erin hen een paar plaatjes te laten opnemen voor Decca, waarvan Go Now een wereldwijd succes wordt. Hierna volgen I don't want to go on without you en From the bottom of your heart; langzame ballads, die het succes van Go Now niet kunnen evenaren. De band is tot dan toe vooral bekend met rhythm-and-blues. Ook de volgende nummers halen de hoogste regionen van de hitparade niet. De lp The Magnificent Moodies is wel goed van kwaliteit maar verkoopt te weinig om de band in de belangstelling te houden. Laine en Pinder hebben zich intussen tot de schrijvers van de groep ontwikkeld. In juni 1966 verlaat Clint Warwick de groep. Aanvankelijk wordt Klaus Voormann benaderd als opvolger, maar die wijst het aanbod af. Rod Clark stemt wel in en gaat mee op tournee naar Denemarken en Nederland. Uiteindelijk blijft hij maar kort en al in oktober kan John Lodge als nieuwe bassist het podium op. Pinder en Thomas kennen Lodge nog uit hun tijd van El Riot and The Rebels. Omdat het succes uitblijft, stapt enkele dagen later ook Denny Laine op. (Laine, Paul en Linda McCartney zijn vanaf 1971 de enige permanente leden van Wings.) De groep heeft echter nog wel werk en moet hard op zoek naar een nieuwe gitarist. De keuze valt op Justin Hayward, die eerder speelde met The Wilde Three van zanger Marty Wilde. Hij heeft ook twee solo-singles opgenomen, maar is daarmee niet doorgebroken. Hayward probeert het dan maar als gitarist in een band en benadert aanvankelijk Eric Burdon, die bezig is met de vorming van The New Animals. Die sollicitatie loopt op niets uit, zodat hij open staat voor het verzoek van Pinder en Thomas om zich bij hen aan te sluiten. Met de komst van deze nieuwe bandleden verandert de muziekstijl. De eerste singles in deze bezetting worden in het voorjaar van 1967 opgenomen. Fly me high en Leave this man alone zijn allebei composities van Hayward en sluiten meer aan bij de vooruitstrevende popmuziek van die tijd. Mike Pinder maakt met het eveneens in die periode opgenomen Love and beauty ook een grote ommezwaai. Hij bekeert zich tot de symfonische rock en stapt over van de piano op de mellotron. Days of Future Passed leverde twee gigantische hits op: Nights in White Satin en Tuesday Afternoon. De muziek op dit album had weinig overeenkomsten meer met de R&B van de oorspronkelijke band maar was doorspekt met klassieke invloeden, mede door het gebruik van een orkest. Het wordt in brede kring beschouwd als de meest geslaagde poging een stuk op te nemen waarin pop en klassiek gecombineerd zijn. Op het volgende album, In Search of the Lost Chord (1968), werd een meer psychedelische richting ingeslagen en werd het orkest vervangen door Pinders mellotron. Deze richting werd voortgezet op de volgende vijf albums: On the Threshold of a Dream (1969), To our Children's Children's Children (1969), A Question of Balance (1970), Every Good Boy Deserves Favour (1971) en Seventh Sojourn (1972). Een van de opvallendste dingen aan de albums is dat de tracks in elkaar overlopen, dat was vernieuwend voor die tijd. Na de aansluitende tournee besloot de band een rustperiode voor onbepaalde tijd in te lassen. Hayward en Lodge brachten in 1975 de single Blue Guitar en het album Blue Jays uit. Solo brachten beide heren in 1977 ook nog albums uit. Van John Lodge verscheen Natural Avenue en van Justin Hayward Songwriter. Graeme Edge en Ray Thomas brachten twee soloalbums uit, terwijl The Promise uit 1976 Mike Pinders enige soloalbum was uit die periode. Van Ray Thomas kwamen From mighty Oaks en Hopes, wishes and dreams. Strange Times (1999) was het laatste album waaraan Ray Thomas zijn medewerking verleende. Na nog enkele jaren met de band concerten te hebben gegeven, stapte ook hij op, om gezondheidsredenen. Daarna traden de Justin Hayward, Graeme Edge en John Lodge als trio op, meestal aangevuld met een serie sessiemuzikanten. Als trio bracht de groep in 2003 nog het kerstalbum December uit. In 2004, 2006, 2008, 2010, 2013 en 2015 gaven ze uitverkochte concerten in de Heineken Music Hall. De band trad vooral nog veel in de Verenigde Staten op. In 2018 werden The Moody Blues opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. Bij die gelegenheid trad de groep nog eenmaal op. Graeme Edge liet naar aanleiding daarvan weten al te hebben willen stoppen. De band was na dit optreden niet meer live te horen. In november 2021 overleed Edge op 80-jarige leeftijd in Sarasota. Hayward liet in een reactie daarop weten dat zonder Graeme Edge de groep niet meer bestaat. |