Siouxsie And The Banshees was een Britse postpunkband met als belangrijkste leden zangeres Siouxsie Sioux, bassist Steven Severin en drummer Budgie. De band was vooral in de jaren zeventig en tachtig populair. De bekendste nummers van Siouxsie and the Banshees zijn "Hong Kong Garden", "Happy House", "Christine", "Israel", "Spellbound", "Arabian knights", "Cities in dust", "Peek-a-Boo" en "Kiss Them for Me".
Het werk van Siouxsie and the Banshees was erg invloedrijk. Bands als Joy Division, The Cure, U2, en The Smiths, noemden ze als referenties. Nadat de band eindigde in 1996, een nieuwe lichting muzikanten, waaronder Tricky, Massive Attack, Radiohead, PJ Harvey, en LCD Soundsystem, bleef ze in interviews als inspiratiebron aanhalen. De naam Siouxsie is afgeleid van een groep indianenstammen die samen de Sioux genoemd worden. "Een banshee is een fee die de dood van een mens aankondigt. Het is de Engelse fonetische spelling van het Ierse bean sí (meervoud mná sí, oude spelling bean sídhe) dat fee-vrouw betekent, de vrouwelijke vorm van duine sí (fee-persoon). In de Keltische folklore van Schotland schrijft men baobhan sith. Ze heeft lang wit haar dat ze kamt met een zilveren kam. De baobhan sith is een fee-vampier die de vorm aanneemt van een beeldschone vrouw, die door te zingen mannen verleidt en hun bloed drinkt." (Met dank aan Hans van Asselt.) Meer... |
In september 1976 vormden Siouxsie en bassist Steven Severin de band Siouxsie and the Banshees. Hun eerste live-optreden was een improvisatie van twintig minuten gebaseerd op de tekst van "The Lord's Prayer", met twee muzikanten die alleen voor dat concert waren ingehuurd, Sid Vicious op drums en Marco Pirroni op gitaar. Eind 1977 legde de band de basis van post-punk met gitarist John McKay en drummer Kenny Morris toen ze het nummer "Metal Postcard" in première brachten op de BBC-radio tijdens een John Peel-sessie. In 1978 tekende de band een contract bij Polydor en verscheen de single "Hong Kong Garden". Dit nummer droeg Siouxsie op aan haar plaatselijke afhaalchinees, als protest tegen racistisch geweld. Hun debuutalbum The Scream (1978) was een pionier in de donkere, hoekige postpunk met machine-achtige drums, gekartelde gitaren en leidende baslijnen. In 1979 verscheen hun tweede album Join Hands. De hoesillustraties uit de Eerste Wereldoorlog refereren aan het nummer Poppy Day over de klaprozen (Engels "poppies") op de grafvelden in Vlaanderen. Na Join Hands verlieten John McKay (gitaar) en Kenny Morris (drums) de band, vlak voor een optreden in Aberdeen op 7 september 1979. The Cure stond in het voorprogramma en hun frontman Robert Smith bood zich ter plekke aan als invalgitarist. Ook later verleende hij diensten aan de band. Met de komst van gitarist John McGeoch (ex-Magazine) en drummer Budgie (ex-The Slits) nam de band Kaleidoscope (1980) op, een eclectisch album met verschillende kleuren dat de top 5 van de UK Albums Chart. Kaleidoscope bevatte de popsingles "Happy House" en "Christine". In 1981 werd het album Juju (met de singles "Spellbound" en "Arabian Knights") uitgebracht: daarop stond een Afrikaans beeld uit het Horniman Museum in Forest Hill, Londen op de omslag. Het jaar daarop kwam het album A Kiss in the Dreamhouse uit, dat geïnspireerd was door psychedelische muziek. The Cure-gitarist Robert Smith verving McGeoch eind 1982; de band nam met hem een live-album en dvd Nocturne (1983) op, waarna hij met hen het album Hyaena (1984) componeerde. In deze periode brachten Siouxsie en drummer Budgie ook het debuutalbum van hun tweede band The Creatures uit: Feast stelde hen in staat om exotica in hun composities op te nemen, met een muziek die meer op percussie berust. De single "Cities in Dust" (1985) en het album Tinderbox (1986), opgenomen met gitarist John Carruthers, stelden de band in staat een nieuw publiek in Nederland te bereiken, aangezien beide platen de hitlijsten binnenkwamen. Begin 1987 zag een coversalbum Through The Looking Glass het licht. The Banshees werden een kwintet in 1988 toen ze multi-instrumentalist Martin McCarrick en gitarist Jon Klein rekruteerden. De albums Peepshow (1988) en Superstition (1991) zagen de band evolueren, met behulp van cello en zelfs accordeon op bepaalde nummers, zoals op de Britse hit-single "Peek-a-Boo" (1988) . Ze waren de tweede headliners van de eerste editie van de Lollapolooza in 1991: dat jaar hadden ze ook een hitsingle in de VS met de single "Kiss Them for Me", die nummer 23 bereikte in de verkoophitlijst. Siouxsie and the Banshees namen met Danny Elfman het nummer Face to Face op voor de soundtrack van de film Batman returns uit 1992; filmregisseur Tim Burton had contact met hen opgenomen om een nummer voor de film te schrijven. Hun laatste album The Rapture verscheen in januari 1995. In 1996 ging de band uit elkaar. Siouxsie en Budgie richtten zich op The Creatures, hun project sinds 1981, en Steven Severin ging zich bezighouden met kunst en filmmuziek. In 2002 kwam de groep tijdelijk terug bij elkaar voor het reünietournee Seven Year Itch. In 2004 volgde Siouxsie's solotournee Dreamshow. Deze ging onder de naam An Evening With Siouxsie naar de Royal Festival Hall in Londen, met Siouxsie en The Creatures, aangevuld met Leonard Eto van het Japanse Taiko-drumgezelschap Kodō en The Millennia Ensemble, een klassiek orkest. In juli 2006 tekende Siouxsie een platencontract met Universal. In de zomer van 2007 verschenen de single Into a Swan en het solo-album Mantaray. In 2022 hield Siouxsie toezicht op de tracklisting van All Souls, een compilatie van 10 nummers van de band voor een "herfstviering", waaronder Spellbound, Fireworks, Peek-a-Boo, plus albumtracks en rariteiten. Het werd uitgebracht op zwart en oranje vinyl. In 2023, kondigde ze een geremasterde heruitgave van Mantaray aan ter gelegenheid van haar 15e verjaardag. Mantaray werd in juli 2023 opnieuw uitgebracht op vinyl en cd. In oktober wordt The Rapture ter gelegenheid van Nationale Albumdag opnieuw uitgebracht op doorschijnend turquoise dubbelvinyl. |