Rowwen Hèze is een in 1985 opgerichte band uit America (Limburg), die overwegend in het Horsterse dialect van dit dorp zingt. De muziek varieert qua genre van gevoelige ballads tot snellere tex-mex- en folknummers. De naam van de band is een verwijzing naar Christiaan Hesen (1853-1947), een nogal zonderlinge dorpsfiguur uit America. Deze legendarisch geworden persoon had een ietwat vreeswekkend uiterlijk en een niet onbesproken verleden. Hij kreeg de bijnaam "Rowwen Hèze" (vrij vertaald: ruige Hesen) die door de band later werd overgenomen, onder meer omdat het goed bekte. De band is ontstaan in 1985, als een soort voortzetting van The Legendary Texas Four. De leden hiervan – Theo Joosten, Jan Philipsen en Mart Deckers – waren op dat moment met z'n drieën omdat zanger Jos Kleizen de band had verlaten. Ze waren op zoek naar een nieuwe zanger. Jack Poels bleek een heel geschikte kandidaat; hij had in de tien jaar daarvoor gezongen en gespeeld bij de eveneens Americaase band Bad Edge, die inmiddels wegens gebrek aan succes was opgeheven. Poels stelde als voorwaarde dat hij één liedje in het dialect mocht vertolken. De overige bandleden gingen akkoord en de band besloot zich te hernoemen omdat hun oude naam te ver van hen afstond. Meer... |
Rowwen Hèze was hiermee geboren.
In de eerste jaren van hun bestaan speelde Rowwen Hèze nog voornamelijk Engelstalige covers van onder andere Thin Lizzy. Een jaarlijks terugkerend fenomeen voor Rowwen Hèze en veel andere Limburgse bands was om rond de carnaval een carnavalsnummer te schrijven. In 1987 schreef Rowwen Hèze voor de Horsterse carnavalsvereniging samen met Toos Vervoort het nummer Niks stront niks, dat de landelijke media haalde in verband met de nogal controversiële tekst (de gemeente Horst wordt hierin flink op de hak genomen) en tevens tot een boycot leidde door carnavalsvereniging de Turftrëiers, waar de band de twee jaar daarvoor voor had gespeeld. Dit nummer in combinatie met de landelijke ophef eromheen betekende de eerste landelijke bekendheid voor Rowwen Hèze. Onder meer het tv-programma Van Gewest tot Gewest besteedde aandacht aan de band. In december van datzelfde jaar verscheen hun eerste eigen album, Rowwen Hèze. Vanaf toen legde de band zich grotendeels toe op teksten in het plaatselijke Americaase dialect, in plaats van het Engelstalige (cover)repertoire. Bij elk optreden van Rowwen Hèze bleken het vooral deze dialectliedjes te zijn die door het publiek werden gewaardeerd. In 1988 trad Rowwen Hèze op in Studio 3, een radioprogramma van de KRO. In datzelfde jaar stuurde de band twee cassettes in voor de provinciale selectie van de Grote Prijs van Nederland. Een van de ingezonden nummers, Bestel mar, werd een paar jaar later een zeer grote hit. In 1989 maakte Rowwen Hèze een grote toer door Zuid-Nederland, de "Bestel Mar Toer '89'". Ook maakten ze een korte tournee samen met de Amerikaanse accordeonist Flaco Jiménez, die ook later nog met de band zou samenwerken. De trompettist Jack Haegens trad in dat jaar toe tot de band. In 1990 tekende Rowwen Hèze een contract met de platenmaatschappij HKM/CNR. Ze brachten de single 'N Man En 'n Vrouw uit en zeer kort hierna het album Blieve loepe. Ook traden ze voor het eerst op in Amsterdam (op de Uitmarkt). In 1991 kwam het album Boem uit, dat was geproduceerd door Boudewijn de Groot. Na enkele wijzigingen in de samenstelling – drummer Mart Deckers werd in 1989 vervangen door Martîn Rongen en ook accordeonist Geert Hermkes haakte af – bestond de band vanaf 1991 uit Jack Poels (zang, gitaar en mondharmonica), William "Tren" van Enckevort (accordeon, piano, trombone en zang), Jan Philipsen (basgitaar en contrabas), Theo Joosten (gitaar, mandoline, saxofoon, tin whistle en percussie), Jack Haegens (trompet, bugel, trombone en percussie) en Martîn Rongen (drums en percussie). In deze bezetting stond de band in 1992 voor de eerste keer op Pinkpop in Landgraaf. Dit optreden werd een groot succes met een liveregistratie op televisie. Vanwege dit grote succes werd besloten het optreden uit te brengen op het album In de wei (Live). Inmiddels trad de band behalve met Jiménez ook op met andere gastmuzikanten als Pierre LaRue en Karin Bloemen. In 1993 was Rowwen Hèze de eerste Nederlandse band die op het Roskilde Festival in Denemarken speelde. In het voorjaar van 1998 maakte de band een tournee door het zuiden van de Verenigde Staten. In 1999 traden Rowwen Hèze en de chicano-rockband Los Lobos – tevens een van de belangrijkste bands waaraan Poels de inspiratie voor zijn eigen nummers heeft ontleend – gezamenlijk op in Paradiso. Doorgaans wordt een "tententour" afgesloten met een groot concert in America, bekend als het Slotconcert. Op 27 juni 2007 deelden ze aan hun fans ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van Poels 25.000 singles uit met het speciaal hiervoor geschreven nummer Lied vur Limburg, dat is opgenomen in samenwerking met onder andere het Limburgs Symfonie Orkest. Vanaf 9 februari 2008 reisde Rowwen Hèze door Nederland met hun theatertour "Saus", die is vastgelegd op het gelijknamige album. Samen met zes gastmuzikanten werd een voorstelling gegeven met Limburgse, Ierse en Mexicaanse invloeden. Het 25-jarig bestaan van de band in 2010 werd onder meer gevierd met de theatertour "Koper". Hiervoor werd ook Leon Verdonschot als gast uitgenodigd. Tijdens deze tour werd de nadruk weer gelegd op de muziek in haar oorspronkelijke vorm; dit in tegenstelling tot de verschillende arrangementen en opstellingen die tijdens de voorgaande tours werden gebruikt. De band gaf in het kader van het jubileum 25 optredens in Nederland en België, en kreeg zelf een verrassingsconcert in de Brabanthallen in Den Bosch. Halverwege 2013 werd bekend dat basgitarist Jan Philipsen ging stoppen als bandlid. Hij nam officieel afscheid van de band tijdens de jaarlijkse slotconcerten op 1, 2 en 3 november 2013. Op 1 oktober 2013 maakte de band bekend dat Wladimir Geels gekozen was als de nieuwe basgitarist. Ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van Rowwen Hèze was er van mei 2015 tot begin 2016 in het Limburgs Museum van Venlo een tentoonstelling over de band te zien. In november 2015 was er een speciale "Rowwen Hèze Week". Muziek De stijl van Rowwen Hèze is zeer gemengd. Als hoofdstijlen vallen folk, fanfare en tex-mex aan te wijzen. De meest karakteristieke instrumenten in het bandgeluid van Rowwen Hèze zijn accordeon, trompet en gitaar. Door sommigen wordt de muziek van Rowwen Hèze onder de noemer zydeco geplaatst, hoewel ook daarmee forse verschillen bestaan. Qua muzikale stijl voelt de band zich met name sterk verwant aan Los Lobos. De twee bands hebben bovendien gemeen dat ze allerlei elementen uit minderhedenculturen verwerken in hun muziek. Een opvallend verschil is het tempo van de nummers, dat bij Rowwen Hèze vaak wat hoger ligt. Teksten De teksten van de meeste nummers zijn geschreven door Jack Poels. Martîn Rongen heeft daarnaast ook een paar nummers geschreven, waaronder Nacht, Theo Joosten schreef het openhartige Genne goije mood, dat ook door hem gezongen werd, en op het album Dageraad nam Tren van Enckevort het schrijven van twee nummers voor zijn rekening, waaronder Dichtbeej. Thema's De teksten hebben veelal betrekking op zaken uit het alledaagse leven, voor een deel het leven van Poels zelf. Ze variëren van dronkenschap en de bijbehorende kater tot de dorpsfanfare (die enkele leden van de band heeft geleverd), de natuur en het leven in De Peel. Af en toe komen er echter ook zwaardere onderwerpen naar voren, zoals oorlog. Hoewel Rowwen Hèze in eerste instantie vooral bekendstond als een feestband met meezingers als Bestel mar en Limburg, werden de wat rustigere nummers en de meer bespiegelende teksten gaandeweg ook steeds meer gewaardeerd, zoals Werme regen, De zwarte plak (over oorlog), Engel (over gebroken liefde), De neus umhoeg (over de dood) en De Peel in brand. Sommige teksten gaan over een bereikbare of voorbije liefde en echtscheiding. Na de geboorte van Jacks zoontje Jan in 1999 heeft hij over de vreugde en de angsten van het vaderschap geschreven, wat is verwerkt in het album Vandaag (2000). De verwerking van Poels' echtscheiding vormt een centraal thema op de cd Dageraad uit 2003. Dit album bevat ook het lied Vlinder, dat speciaal werd geschreven vanwege de moord op de elfjarige Nicky Verstappen. Herkomst melodieën Vooral in de beginjaren waren diverse melodieën niet zelfbedacht, maar ontleend aan allerlei bekende folk- en tex-mexnummers, onder meer van Los Lobos. Om die reden kreeg de band de bijnaam "Los Limbos". Ook uit de Ierse folk is inspiratie geput, bijvoorbeeld voor het nummer November (gebaseerd op On Raglan Road). De Britse folkpunk-band The Pogues vormde eveneens een bron van inspiratie voor de muziek van Rowwen Hèze. |