Doel Het doel van het opwarmen is de hartslag omhoog te krijgen en de doorbloeding van de spieren te verbeteren waardoor je beter de komende inspanning aan kunt en mogelijk iets minder spierblessures oploopt. Organisatie Voor het opwarmen worden verschillende oefeningen uitgevoerd tussen de achterlijn en het net (9 meter). Het opwarmen duurt in totaal ongeveer 3 minuten. Uitvoering Ga op de achterlijn staan en dribbel voorwaarts heen tot het net. Dribbel achterwaarts terug tot de achterlijn. Hef afwisselend je linker- en rechterknie tot 90 graden heen tot het net. Tik afwisselend je linker- en rechterhak tegen je bil aan terug tot de achterlijn. Herhaal knieheffen en hakkenbillen nog een keer. Dribbel voorwaarts heen tot het net waarbij je je linkerarm voorwaarts zwaait. Terug tot de achterlijn dribbel je voorwaarts waarbij je je rechterarm voorwaarts zwaait. Dribbel voorwaarts tot het net waarbij je je beide armen voorwaarts zwaait. Terug tot de achterlijn dribbel je voorwaarts waarbij je je beide armen achterwaarts zwaait. Loop zijwaarts heen tot het net in de richting van je linkerschouder. Hier gaat het achtereenvolgens om het verplaatsen van je linkervoet zijwaarts, het kruisen van je rechtervoet voorlangs, het verplaatsen van je linkervoet zijwaarts en het kruisen van je rechtervoet achterlangs. Terug tot de achterlijn loop zijwaarts in de richting van je rechterschouder. Hier verplaats je je rechtervoet zijwaarts en je kruist je linkervoet voor- en achterlangs. Ga op je hakken staan en loop op je hakken over ongeveer 4,5 meter. Ga vervolgens zo hoog mogelijk op je tenen staan en loop tot het net. Start met op een explosieve wijze een achttal skipping over een paar meter voordat je aanzet (sprint) tot de achterlijn. Skippings is het snel dribbelen op de voorvoeten met een duidelijke knie-inzet waarbij het geheven been horizontaal is en de hak nét niet de grond raakt. Je rolt af over de bal van je voet richting je hak. Hou de voeten opgetrokken naar de schenen en het grondcontact kort en fanatiek. Vanaf de achterlijn doe je weer een achttal skipping over een paar meter voordat je aanzet (sprint) tot het net. Terug tot de achterlijn huppel je actief en explosief omhoog waarbij je je armen meebeweegt. |